“De operatie was een wedstrijd die ik móest winnen”
Als de knieën van Richard Krajicek konden praten, raakten ze niet uitgesproken. Ze zouden vertellen hoe ze er in hun jeugd al ongenadig van langs kregen. Dat hun eigenaar ze dwong tot hun uiterste te bewegen: draaien, buigen, strekken. Jaar in, jaar uit. Ze zouden benadrukken dat beschadigingen telkens weer een beetje werden opgelapt.
Maar ze zouden óók verhalen over die ene unieke zondagmiddag van 7 juli 1996. Toen werden ze na weer zo’n zware exercitie beloond met een knieval op het gras van Wimbledon, terwijl de hele wereld toekeek. Ja, dat is voor héél weinig knieën weggelegd. De jarenlange lijdensweg was in één klap de moeite waard.
Pijn in de knieën bleef echter ook na dat gouden jaar een rode draad in het leven van Richard Krajicek. Hoewel hij in 2003 stopte met professioneel tennis, vroeg hij blijvend veel van zijn lichaam. Hij speelde nog graag tennistoernooitjes met ‘oude’ collega’s als Ivanisevic, Roddick en McEnroe. Hij fietste veel en deed nog dagelijks minstens een uur aan intensieve duurtraining in zijn fitnesscentrum thuis. “Tot mijn rechterknie er in de zomer van 2013 tijdens een tennistoernooi – nota bene op Wimbledon – volledig de brui aan gaf. De pijn was niet meer te harden. Het was een stekende pijn, alsof iemand met een naald op het bot prikte”, vertelt Richard nu.
Van O naar X
Er volgden maanden van onderzoeken en diagnoses. “Ik heb mijn hele leven al O-benen, de knieën staan iets naar buiten. Daardoor bleek het kraakbeen aan de binnenkant van mijn knie volledig weggesleten. Ik kreeg eerst te horen dat ik met de pijn van artrose moest leren leven en moest stoppen met sporten, zeker met tennis.” Maar topsporter Richard legde zich daar niet bij neer. Hij informeerde naar de nog relatief experimentele kraakbeentransplantatie. Maar die toepassing is vooral voor kleinere kraakbeenbeschadigingen geschikt, bijvoorbeeld na een ongeval. De zogeheten standbeencorrectie door een osteotomie was, mede door de plek van de slijtage, een betere oplossing. Richard zegt hierover: “Zo’n osteotomie betekende bij mij dat mijn been beneden de knie werd doorgezaagd. Daarna werd een wigje uit het bot genomen. Daardoor veranderde de stand van mijn knie: in plaats van een O-stand werd het een lichte X-stand. Nu belast ik niet langer de binnenkant, maar de buitenkant van het kniegewricht. Daar heb ik nog een gezonde meniscus en aan die kant is mijn kraakbeen nog intact.”
Een jaar revalideren
De operatie bleek zwaar, net als de revalidatie. Daar stond zo ongeveer een jaar voor. De eerste tien dagen had Richard zijn been gestrekt in het gips. Daarna gebruikte hij drie maanden krukken en er volgden negen maanden algehele revalidatie. Richard zag er een wedstrijd in: “De operatie was begin maart 2014; mijn doel werd een toernooi eind november.” Voorafgaand aan de operatie deed hij zes weken intensieve krachttraining, vooral voor zijn bovenbenen. Door wekenlange inactiviteit verminderen de omvang en kracht van je spieren namelijk behoorlijk.
Perfect voorbereid ging hij ‘onder de zaag’. “De eerste 48 uur na de operatie was de pijn nauwelijks te harden, zelfs morfine hielp amper.” Na tien dagen werd het gips vervangen door een brace. “Daarmee mocht ik met krukken lopen.” Na drie maanden was het bot vastgegroeid en mochten de krukken weg. “Vanaf dat moment kon ik vrijer bewegen en geleidelijk de training oppakken: elke dag op de hometrainer, uitvalpassen maken, spierstimulatie. Vier maanden na de operatie maakte ik al wat voorzichtige sprongen op de minitrampoline, gevolgd door langzaam opbouwende sprinttrainingen en tot slot specifieke tennistrainingen. En tussendoor heb ik veel gefietst”. Het afzien heeft zich uitbetaald: “Ik heb geen pijn meer. Ik kan tennissen, fietsen, krachttraining doen. Heerlijk! Mocht er ooit aanleiding zijn om ook mijn linkerknie op deze manier te behandelen, dan zal ik niet aarzelen. Ik ben echt niet kleinzerig, maar artrosepijn is iets heel naars om mee te moeten leven.”