Frozen shoulder
Een frozen shoulder is een stijve schouder. Het komt voor bij 2-5% van de Nederlanders. Het meest bij vrouwen tussen de veertig en zeventig jaar.
De schouder
De schouder
De schouder bestaat uit verschillende delen:
- Schouderkop op de bovenarm
- Schouderkom aan het schouderblad
- Sleutelbeen
- Schouderblad met aan de bovenkant het schouderdak (acromion)
- Gewrichtskapsel
- Rotator-cuff; spieren en pezen rondom de schouder. Deze zorgen er samen voor dat de arm bijna alle kanten op kan bewegen en dat de kop op zijn plaats blijft.
- Labrum; een stootrand van kraakbeen die de kop op zijn plaats houdt.
We hebben het altijd over hét schoudergewricht, maar eigenlijk bestaat de schouder uit twee gewrichten:
- In het ene gewricht bewegen het sleutelbeen en het bovenste gedeelte van het schouderblad ten opzichte van elkaar. Dit gewricht heet het acromioclaviculaire gewricht, of AC-gewricht.
- Het andere gewricht laat de bovenarm en de gewrichtskom van het schouderblad ten opzichte van elkaar bewegen. Dit gewricht heet het glenohumerale gewricht.
Oorzaak
Oorzaak
De oorzaak van een frozen shoulder is niet bekend, maar we weten wel dat er sprake is van een gewrichtsontsteking. Deze ontsteking zorgt ervoor dat het kapsel om het gewricht verschrompelt en verdikt. Hierdoor kan de schouder niet meer, of niet zonder pijn bewegen.
Een frozen shoulder kan ook ontstaan na een schouderoperatie of een blessure. Het gewrichtskapsel kan zich namelijk door een soort littekenreactie samentrekken. Dit heet een secundaire frozen shoulder.
Als de schouder om een andere reden een tijd niet gebruikt is, kan ook een stijve schouder ontstaan. De stijfheid heeft dan een andere oorzaak. Dit is géén frozen shoulder.
Met het verhaal van de patiënt en lichamelijk onderzoek kan een arts meestal vertellen wat de oorzaak is. Aanvullend onderzoek is soms nodig om eventuele andere afwijkingen uit te sluiten.
Klachten
Klachten
Mensen met een frozen shoulder klagen over:
- Pijn.
- Een stijve schouder
Pijn
De pijn kan zeurend zijn of stekend. Het is de hele tijd aanwezig zijn, of af en toe – vooral ’s nachts. De pijn zit aan de buitenkant van de schouder en vaak in de bovenarm. Bewegen van de arm doet pijn. Ook als een ander uw arm beweegt, doet het pijn. Activiteiten als aan- en uitkleden, iets uit een hoge kast pakken en autorijden zijn pijnlijk.
Verloop
- Fase 1 is de verstijvende fase. Die duurt zes weken tot maximaal negen maanden. De pijn neemt langzaam toe en de beweeglijkheid neemt af.
- Fase 2 heet de frozen of bevroren fase. De pijn neemt langzaam af, maar de stijfheid blijft. Deze fase duurt vier tot negen maanden.
- Fase 3 is de laatste fase – de ontdooiende fase. De pijn verdwijnt naar de achtergrond, en de beweeglijkheid komt langzaam terug tot (bijna) normaal. Deze fase duurt vijf maanden tot twee jaar.
Ongeveer één op de twintig mensen met een frozen shoulder houdt ook na de laatste fase langere tijd een pijnlijke en stijve schouder.
Behandeling zonder operatie
Behandeling zonder operatie
De frozen shoulder is moeilijk te behandelen. Een verkeerde aanpak kan de genezing ook nog eens vertragen, of de klachten erger maken.
Het beste advies: beweeg uw arm en schouder binnen de pijngrens(!). In het overzicht van de drie fasen ziet u dat de frozen shoulder dan meestal vanzelf overgaat. Dit duurt wel even: van tien maanden tot meer dan drie jaar. Pijnbehandeling en fysiotherapie kunnen helpen.
Pijnbehandeling
De pijnbehandeling bestaat meestal uit ontstekingsremmende medicijnen, zoals ibuprofen of naproxen. Ook injecties met corticosteroïden in het gewrichtskapsel en tabletten met corticosteroïden hebben soms effect.
Fysiotherapie
In de eerste fase is het belangrijk de pijn te verminderen. Het is niet verstandig om de schouder door de pijngrens heen te bewegen, of te laten bewegen. Wel kunt u leren hoe u de overgebleven beweeglijkheid goed gebruikt. De bewegingen mogen geen sterke (na)pijn geven.
Hetzelfde geldt voor de tweede fase. De pijn staat minder op de voorgrond, maar de stijfheid is er nog. Het blijft belangrijk dat u uw schouder alleen binnen de pijngrens beweegt.
In de derde fase kunt u de beweeglijkheid in uw schouder langzaam uitbreiden. In deze fase is fysiotherapie vaak zinvol. Vooral om de controle over de beweging en de spierkracht weer op te bouwen
Operatie
Operatie
Een operatie is niet standaard. Pas als pijnbehandeling en therapie niet het juiste effect hebben, volgt eventueel een operatie. Uw orthopedisch chirurg informeert u over de mogelijkheden. In een operatie kan het verstijfde kapsel worden geopend, zodat ruimte ontstaat en de schouder beter kan bewegen. Dit helpt alleen om beweging te vergroten en niet tegen de pijn.