Artrose schouder
Artrose is slijtage van het kraakbeen. Kraakbeen verandert van dikte en samenstelling als we ouder worden. Dat is normaal, maar bij artrose is er méér slijtage van het kraakbeen. Het gladde oppervlak wordt dun, brokkelig, of het kraakbeen verdwijnt helemaal. Het lichaam kan dit niet meer repareren.
De schouder
De schouder
De schouder bestaat uit verschillende delen:
- Schouderkop op de bovenarm
- Schouderkom aan het schouderblad
- Sleutelbeen
- Schouderblad met aan de bovenkant het schouderdak (acromion)
- Gewrichtskapsel
- Rotator-cuff; spieren en pezen rondom de schouder. Deze zorgen er samen voor dat de arm bijna alle kanten op kan bewegen en dat de kop op zijn plaats blijft.
- Labrum; een stootrand van kraakbeen die de kop op zijn plaats houdt.
We hebben het altijd over hét schoudergewricht, maar eigenlijk bestaat de schouder uit twee gewrichten:
- In het ene gewricht bewegen het sleutelbeen en het bovenste gedeelte van het schouderblad ten opzichte van elkaar. Dit gewricht heet het acromioclaviculaire gewricht, of AC-gewricht.
- Het andere gewricht laat de bovenarm en de gewrichtskom van het schouderblad ten opzichte van elkaar bewegen. Dit gewricht heet het glenohumerale gewricht.
Artrose
Artrose is slijtage van het kraakbeen. Als de kraakbeenlaag dunner wordt of verdwijnt, bewegen de botuiteinden in een gewricht niet meer soepel langs en over elkaar. De wrijving tussen de botten neemt toe en dat doet pijn. Er kunnen ruwe uitsteeksels ontstaan op het bot. Er kan ook vocht in het gewricht ontstaan. Hierdoor wordt het gewricht dikker. Samen met de pijn zorgt dat ervoor dat bewegen moeilijker gaat.
Artrose kan ontstaan in het AC-gewricht en het glenohumerale gewricht. Beschadigd kraakbeen herstelt nauwelijks.
Oorzaak
Oorzaak
Er zijn drie oorzaken van artrose:
- De kraakbeenlaag van het gewricht slijt door onbekende oorzaak. Hierdoor wordt de laag kraakbeen op het botuiteinde dunner. Uiteindelijk komt het bot (gedeeltelijk) bloot te liggen. Dit type artrose komt het meest voor bij mensen van middelbare leeftijd of ouder.
- Een ontstekingsreactie van het gewricht kan het kraakbeen aantasten, bijvoorbeeld bij gewrichtsreuma (reumatoïde artritis). Ook hierdoor wordt de kraakbeenlaag op het botuiteinde dunner, of de laag verdwijnt helemaal. Dit kan op iedere leeftijd voorkomen.
- Artrose kan ook ontstaan na een andere aandoening, zoals een botbreuk. Het kraakbeen kan rechtstreeks beschadigen, of extra snel slijten door een andere manier van bewegen.
Artrose die optreedt na een botbreuk of ongeval noemen we posttraumatische artrose. Dit kan ook vele jaren na het ongeval nog optreden.
Klachten
Klachten
Mensen met artrose van de schouder klagen over:
- Pijn. Deze is steeds aanwezig of alleen bij bewegen van de arm
- Pijn ’s nachts
- Kraken van de schouder bij bewegen
- De arm die zij niet goed kunnen gebruiken
De meest voorkomende klacht bij schouderartrose is pijn die erger wordt door bewegen. Bij artrose van het glenohumerale gewricht, zit de pijn diep in de schouder (aan de achter- en voorzijde). De pijn in het AC-gewricht zit meer aan de voor/bovenkant van de schouder.
Behandeling zonder operatie
Behandeling zonder operatie
De behandeling hangt af van het type, de plaats en de ernst van de artrose. Er zijn verschillende mogelijkheden:
- Een beweegprogramma bij een fysiotherapeut. Het doel is om spieren te versterken en de schouder zo beweeglijk mogelijk te houden.
- Pijnstillers en ontstekingsremmende medicijnen om de hoeveelheid vocht in het gewricht te verminderen. Als dit minder is, kunt u de schouder beter bewegen.
- Een injectie met corticosteroïden in het gewricht. Dit medicijn remt de ontstekingen.
Er zijn middelen waarvan het effect bij artrose wetenschappelijk gezien nog niet vaststaat; glucosaminepillen en injecties met hyaluronzuur bijvoorbeeld. Wilt u specifieke middelen gebruiken, overleg dat dan met uw arts.
Operatie
Operatie
Als de behandeling zonder operatie niet voldoende helpt, kunt u eventueel geopereerd worden. De volgende operaties zijn mogelijk:
- Een schouderprothese (kunstschouder). Dit kan eventueel een oplossing zijn bij ernstige artrose in het glenohumerale gewricht. Het belangrijkste doel is vermindering van de pijn. Dit lukt in de meeste gevallen voor een groot deel. Het herstel van de beweeglijkheid en de kracht in de schouder is niet goed te voorspellen. Dit is vaak afhankelijk van de conditie van uw schouder voor de operatie. Vooral stijfheid en de kwaliteit van het peesweefsel op de schouderkop spelen hierbij een rol.
- Bij artrose van het AC-gewricht kan de orthopeed een stukje van het sleutelbeen verwijderen. Dan raken de botuiteinden elkaar niet meer in het gewricht en blijft de pijn weg.
Meer informatie over de operatie
Hoe bereidt u zich voor? Wie geeft welke informatie? Hoe gaat het op de operatiekamer? Wie zijn er aanwezig?