Heupprothese (kunstheup)
Heeft of krijgt u een heupprothese? Wat betekent dat? Hoe gaat dat precies? En hoe zorgen we voor kwaliteit en veiligheid?
De heup en de prothese
De heup en de prothese
Het heupgewricht is een kogelgewricht. De kop van het dijbeen draait als een ronde kogel soepel in de kom van het bekken. Dat is mogelijk doordat op de kop én in de kom een laag kraakbeen zit. Kraakbeen is een glad, verend weefsel.
Waarom een prothese?
Waarom een prothese?
Er zijn verschillende redenen om een heupprothese te plaatsen. Deze komen het meeste voor:
- Artrose of ‘slijtage’
- Dijbeenhalsbreuk. In de figuur (boven) ziet u de smalle verbinding tussen de dijbeenkop en het lange, rechte deel. Dat is de dijbeenhals of heuphals. Door een val of osteoporose (botontkalking) kan hier een breuk ontstaan. Zo’n breuk herstelt heel moeizaam. De orthopedisch chirurg (of orthopeed) kan dan adviseren om een heupprothese te plaatsen.
- Avasculaire heupkopnecrose. De bloeddoorstroming van de heupkop is dan verstoord. Het bot wordt zacht en de heupkop zakt in elkaar. De oorzaak is vaak medicijngebruik; Prednison, chemotherapie en afweerverminderende medicatie (bijvoorbeeld na een niertransplantatie). Ook alcohol- en drugsgebruik kunnen kopnecrose veroorzaken.
Uit de Landelijke Registratie Orthopedische Interventies (LROI) blijkt dat in 2018 87% van de totale heupprothesen is geplaatst vanwege artrose en 13% vanwege aandoeningen zoals een gebroken heup, afsterven van de heupkop (osteonecrose), aangeboren heupdysplasie en eerdere botbreuken.viseren om een heupprothese te plaatsen.
Operatie
Operatie
Tijdens de operatie wordt de heupkop verwijderd. In de heupkom wordt een kom van kunststof of metaal (zie figuur boven) geplaatst. Hierna zet de chirurg in het bovenbeen een metalen pen waarop een kop is vastgemaakt die precies in de kom past. Het hele heupgewricht wordt dus vervangen door een kop en kom die precies in elkaar passen.
Na het plaatsen van de prothese wordt de wond gesloten met metalen nietjes, een oplosbare draad in de huid of met niet-oplosbaar hechtmateriaal. De operatie duurt normaal 45-90 minuten. De nietjes en het niet-oplosbaar hechtmateriaal laat u na 10-14 dagen verwijderen bij de huisarts of in het ziekenhuis. U krijgt ook na de operatie antibiotica om de kans op infectie te verkleinen.
Het litteken zit aan de zijkant, voorkant of achterkant van de heup en is ongeveer 15-20 cm lang.
Operatietechniek
Er zijn verschillende operatietechnieken voor het plaatsen van een heupprothese; verschillende chirurgische benaderingen. De plaats van de snede (de incisie), en dus van het latere litteken, hangt af van deze techniek. Veel gebruikte technieken zijn:
- Posterieur/posterolateraal: de heup wordt vanaf de achterzijde benaderd, onder de bilspier door.
- Direct lateraal: de heup wordt via de zijkant benaderd.
- (Antero)lateraal: de heup wordt vanaf de zijkant van het bovenbeen benaderd.
- Anterieur: de heup wordt vanaf de voorzijde van de lies benaderd.
Uw orthopeed vertelt u meer over de techniek die hij of zij gebruikt. Er is geen bewijs dat een bepaalde techniek betere resultaten geeft op de lange termijn.
Nabehandeling
U begint zo snel mogelijk met revalideren. Bij de oefeningen in bed en het leren lopen krijgt u hulp van de fysiotherapeut. U leert eerst lopen met een looprekje en daarna met krukken. De fysiotherapeut leert u verder hoe u het beste weer kunt staan, opstaan, liggen en zitten.
Na de opname lopen de meeste mensen met krukken. Na ontslag krijgt u soms ook nog fysiotherapie. Ongeveer twee maanden na de operatie komt u voor controle op de polikliniek. In een enkel geval krijgt u bepaalde leefregels mee.
Vragenlijsten
De orthopedisch chirurgen willen graag weten hoe het met u gaat en of u tevreden bent over de behandeling en de eventueel geplaatste gewrichtsprothese(n). Zij meten dit met vragenlijsten. De vragen gaan bijvoorbeeld over de pijn, hoe u zich voelt en hoe het gaat met bewegen. Uw behandelaars vragen u om voor- en na de behandeling of operatie de vragenlijst in te vullen. Lees meer hierover.
Meer informatie over de operatie
Hoe bereidt u zich voor? Wie geeft welke informatie? Hoe gaat het op de operatiekamer? Wie zijn er aanwezig?
Cement en materiaal
Cement en materiaal
Als u een heupprothese krijgt, komt de steel met de gewrichtskop in het dijbeen (femur). De kom komt in het bekkenbot (acetabulum). Er zijn veel heupprothesen ontwikkeld. We vertellen u meer over gecementeerde prothesen, ongecementeerde prothesen, hybride
prothesen en het materiaal van de prothese.
Uw orthopeed zal u informeren en adviseren over de prothese. U kunt een patiëntbrief krijgen met informatie over uw prothese. Na de operatie is de brief beschikbaar. U heeft hiermee alle relevante informatie – over merk, type, fabrikant etc. – bij de hand. Meer informatie.
Wel of geen cement?
Een heupprothese kan op verschillende manieren worden vastgemaakt in het bot; met en zonder cement.
Bij gecementeerde heupprothesen zet de orthopeed de heupkom en de steel van de heupkop met cement in het bot vast. Dit is een soort vulmiddel, geen cement uit de cementmolen. Het kunststofcement (polymethylmetacrylaat) wordt tijdens de operatie aangemaakt. Na ongeveer 10 minuten is het uitgehard en zit de prothese muurvast in het bot.
Voordelen van gecementeerde prothesen
- Uit registraties in Scandinavië, Groot Brittannië en Australië blijkt dat ze goede resultaten geven: 90-95% van de heupen werkt 10 of 15 jaar na de operatie nog steeds goed.
- Ze worden al lang gebruikt en er is al veel ervaring mee opgedaan.
- Het cement zorgt voor een stabiele verbinding van de prothese met het bot. Door betere cementtechnieken is de kans op een succesvolle operatie nog groter.
- In de soorten cement die we gebruiken in Nederland zit bijna altijd een antibioticum. Dit verkleint de kans op infecties na de operatie.
Er is bewijs dat het risico op infectie hoger is als we cement gebruiken zonder antibioticum. Daarom raden we dat af.
Het kan zijn dat de verbinding van het cement met het omliggende bot minder sterk wordt. Hierdoor kan de prothese loslaten. Zo’n verstoorde verbinding komt vaker voor bij de kom dan bij de steel. De klachten lijken op de klachten die de patiënten hadden voor de operatie. Mogelijke oorzaken voor loslating zijn:
- Mechanische oorzaak (a): in de cementlaag rondom de kom of de steel ontstaan kleine breukjes (vermoeidheidsbreukjes). Dit komt meer voor bij patiënten met ernstig overgewicht en bij patiënten die zeer actief zijn. In beide gevallen staan er grote krachten op de heup.
- Mechanische oorzaak (b): door het bewegen van de heupkop in de kom ontstaan heel kleine slijtagedeeltjes van het materiaal. De cellen rondom het gewricht nemen deze slijtagedeeltjes op, waardoor een ontstekingsreactie kan ontstaan. Zo’n reactie kan ervoor zorgen dat botweefsel verdwijnt. Zo ontstaat ruimte tussen het bot en het cement.
- Biologische oorzaak: het bot is verzwakt, bijvoorbeeld door een ziekte of door osteoporose (botontkalking).
Video: Het plaatsen van een gecementeerde totale heupprothese
Vanaf de jaren ’80 gebruiken orthopedisch chirurgen ook heupprothesen zonder cement (ongecementeerd). Deze prothesen klemmen zich vast in het bot van het bovenbeen of in de heupkom. Voor een goede verankering en stabiliteit hebben de kom en de steel van de gewrichtskop een ruw oppervlak. Dit houdt de prothese op zijn plaats en het botweefsel groeit erop vast. Vaak zit er op het ruwe oppervlak een speciaal laagje om een betere en snellere botingroei te stimuleren. Een veel gebruikte ‘ingroeilaag’ is hydroxyapatiet.
Meestal zitten de ongecementeerde prothesen bij de operatie direct heel stevig vast. De patiënt kan het been direct gebruiken. De botingroei neemt in de maanden na de operatie verder toe. Hierdoor komt de prothese nog beter vast te zitten.
De ongecementeerde prothesen zijn o.a. ontwikkeld omdat er geen scheurtjes in het cement kunnen komen. Er is immers geen cement. Bij de cementloze prothese kunnen (net als bij de gecementeerde prothese) wel slijtagedeeltjes vrijkomen door de beweging van de prothesekop in de prothesekom. De cellen rondom het gewricht nemen deze slijtagedeeltjes op, waardoor een ontstekingsreactie kan ontstaan. Zo’n reactie kan ertoe leiden dat botweefsel verdwijnt. Zo ontstaat ruimte tussen het bot en de prothese. Hierdoor vermindert de verankering van de prothese en de prothese gaat loszitten. Dit geeft pijnklachten, vooral bij staan en lopen en belasten.
Uit de internationale registraties blijkt dat de ongecementeerde prothesen ongeveer net zo lang meegaan als de gecementeerde. En mogelijk bij de jongere patiëntengroepen (jonger dan 75 jaar) nog wat langer.
Video: Het plaatsen van een ongecementeerde totale heupprothese
Bij de hybride prothese plaatst de orthopedisch chirurg meestal de heupkom zonder cement en de steel van de gewrichtskop met cement. De omgekeerde combinatie komt ook voor. Dan heet het omgekeerd hybride of reversed hybride.
Uit de Landelijke Registratie Orthopedische Interventies (LROI) blijkt dat van alle totale heupprothesen die in 2018 in Nederland zijn geplaatst 67% ongecementeerd is geplaatst, 24% gecementeerd en 9% met óf de kom óf de steel gecementeerd (hybride).
Materiaal prothese
Voor de heupkom gebruiken fabrikanten al heel lang de kunststof polyethyleen. De laatste jaren is de kwaliteit van dit materiaal verbeterd door speciale behandelingen ervan. Het doel is dat het nog slijtvaster wordt.
De heupsteel is van metaal; chirurgisch staal bij de heupstelen die met cement worden vastgezet en titanium bij prothesen zonder cement. De heupkopjes moeten heel glad en hard zijn. Met metalen kopjes is al heel lang ervaring opgedaan met goed resultaat. Er worden echter ook steeds meer kopjes gebruikt van keramiek (porselein). Dit materiaal is namelijk nog harder en gladder dan metaal. Door versterking van het keramiek is de kans op een breuk heel erg klein.
De nieuwste ontwikkeling is dat naast de kop ook de binnenkant van de kom een keramiek laag krijgt. Dit resulteert in een heel glad en slijtvast gewricht, omdat keramiek heel erg hard is. Soms ontstaat een piepgeluid bij het bewegen van de heup. Op zich is dat niet erg, maar het kan hinderlijk zijn.
Elders op deze website leest u meer over de resurfacing heup (sportheup) en de Metaal-op-Metaalheupprothesen (MoM-heup) met een kop van minimaal 36 mm die in het verleden geplaatst werden. De NOV adviseert om deze niet meer te plaatsen.
Informatie over uw prothese
Welke prothese heeft of krijgt u? Wat weten we over de kwaliteit en veiligheid. Waar vindt u meer informatie over uw prothese?
Complicaties
Complicaties
Ondanks alle veiligheidsmaatregelen kunnen er soms problemen (complicaties) ontstaan.
- Nabloeding van de wond.
- De kop van de kunstheup kan uit de kom schieten (heupluxatie).
- De kans hierop is de eerste drie maanden na de operatie het grootst. Houd u daarom aan de instructies die u eventueel van de fysiotherapeut krijgt.
- Trombose. Om dit te voorkomen, krijgt u na de operatie een aantal weken bloedverdunnende middelen.
- Zenuwbeschadiging (verlamming van het been).
- Er kan een breuk van de kom of het bovenbeen ontstaan tijdens de operatie.
- Infectie van de wond of van het gebied rond de heupprothese.
- Een verschil in beenlengte.
- De heupprothese kan na langere tijd loslaten. Of een prothese loslaat en wanneer dit gebeurt, hangt af van het ontwerp van de heupprothese en de manier waarop de heupprothese aan het bot van de patiënt is vastgemaakt. Hoe actief iemand is, eventueel overgewicht, een ongeval of een infectie spelen ook een rol.
Contact met arts
Contact met arts
Neem contact op met de arts als:
- De wond gaat lekken
- De wond dik en/of rood wordt en/of meer pijn gaat doen
- U niet meer kunt staan, terwijl dit eerder goed mogelijk was.
Hoe lang duurt het herstel?
Hoe lang duurt het herstel?
Had u een dijbeenhalsbreuk, dan kunt u erop rekenen dat u uw heup na 3 maanden weer min of meer kunt gebruiken zoals voor de breuk. In totaal duurt de revalidatieperiode ongeveer een jaar.
Had u last van artrose, dan zal de pijn in uw heup direct na de operatie al sterk verminderen. Soms is uw heup de eerste maanden nog een beetje gevoelig door de operatie. Deze veranderingen in gevoel hebben invloed op uw manier van lopen. Uw spieren hebben tijd nodig om zich aan de nieuwe situatie aan te passen.
Na een jaar is meer dan 90 procent van de patiënten tevreden over het resultaat.
Resultaat
Resultaat
Veel mensen met een heupprothese voelen zich na de operatie veel beter dan daarvoor. Vaak is de pijn verdwenen, maar dat weet je nooit van tevoren. Een deel van de pijn kan blijven bestaan. Ook de operatie kan in zeldzame gevallen blijvende pijnklachten geven, bijvoorbeeld door littekenweefsel.
Soms komt (een deel van) de pijn in de heup vanuit de rug – dat heet referred pain. Een nieuwe heup lost dan niet alles op en u houdt (een deel van) de pijnklachten.
Wat u van de operatie mag verwachten, is voor een groot deel afhankelijk van uw wensen: lange afstanden hardlopen met een heupprothese is voor heel veel mensen niet haalbaar, langeafstandsfietsen wellicht wel. Bespreek dit met uw orthopeed. Zo is ook geen algemeen antwoord te geven op de vraag of u en wanneer u uw beroep (weer) kunt uitoefenen.
Wetenschappelijk onderzoek
Wetenschappelijk onderzoek
Er lopen momenteel verschillende landelijke wetenschappelijk onderzoeken die te maken hebben met de behandeling van een heupprothese. Het kan zijn dat uw behandelaars u vragen om mee te doen aan dit onderzoek:
- APOLLO; onderzoek naar de chirurgische benadering van een kophalsprothese bij een gebroken heup.
- PaTIO; onderzoek naar de beste fysiotherapeutische behandeling na het plaatsen van een heup- of knieprothese vanwege artrose.
- LEAK; onderzoek naar de beste behandeling van wondlekkage (infectie van de wond) na het plaatsen van een heup- of knieprothese.