Artrose middenhand, vingers en duim
Artrose is slijtage van het kraakbeen in een gewricht. Kraakbeen verandert van dikte en samenstelling als we ouder worden. Dat is normaal, maar bij artrose is er méér slijtage van het kraakbeen. Het gladde gewrichtsoppervlak wordt dun, brokkelig, of het kraakbeen verdwijnt helemaal. Het lichaam kan dit niet meer repareren.
De hand
De hand
De hand bestaat uit allerlei botjes en gewrichtjes. In al deze gewrichtjes kan artrose ontstaan. We beperken ons op deze pagina tot artrose van de vingers, middenhand en duimbasis.
De duim gebruiken we het meest. Artrose komt daar dan ook het meeste voor. En dan vooral in het gewrichtje tussen een handwortelbeentje (trapezium) en het middenhandsbeentje van de duim. Dit heet ook wel artrose van de duimbasis.
Daarnaast komt artrose voor in de MCP-gewrichten (de knokkels waar de middenhand overgaat in de vingers), de DIP-gewrichten (tussen het midden- en eindkootje) en de PIP-gewrichten (tussen het eerste en middenkootje).
Klachten
Klachten
Mensen met artrose klagen over:
- Pijn in de gewrichten
- Stijfheid van de vingers of duim
- Krachtsverlies (een verminderde grijpfunctie)
- Zwelling of irritatie van het gewricht
- Vervorming of standsverandering van vinger of duim
Oorzaak
Oorzaak
Er zijn verschillende oorzaken van artrose:
- Primaire artrose: de kraakbeenlaag van het gewricht slijt door onbekende oorzaak. Soms komt het in de familie voor. Het kan ook komen door te zware belasting van het gewricht. Hierdoor wordt de laag kraakbeen op het botuiteinde dunner. Uiteindelijk komt het bot (gedeeltelijk) bloot te liggen. Dit type artrose komt het meest voor bij mensen van middelbare leeftijd of ouder.
- Secundaire artrose: het kraakbeen wordt aangetast als gevolg van een ontstekingsreactie van het gewricht (reumatoïde artritis of gewrichtsreuma), een bacteriële infectie of een botbreuk in het gewricht (posttraumatische artrose). Ook hier zal de laag kraakbeen dunner worden en komt het onderliggend bot (gedeeltelijk) bloot te liggen.
Onderzoek
Onderzoek
De orthopeed luistert naar uw verhaal en onderzoekt uw hand. Vaak wordt een röntgenfoto gemaakt om de mate van artrose te bepalen.
Behandeling zonder operatie
Behandeling zonder operatie
We hebben de volgende behandelmogelijkheden:
- Spalk. Deze voorkomt overbelasting van het gewricht doordat het aangedane gewricht gestabiliseerd wordt. Dit kan vermindering van de pijn geven. Er zijn verschillende soorten spalken: maatspalk, neoprene spalk, zilverringsplints etc.
Een ergotherapeut kan de verschillende opties met u bespreken. - Handtherapie. U leert van een handtherapeut hoe u met de klachten om kunt gaan en u krijgt tips om bepaalde gewrichten te ontzien. Ook krijgt u oefeningen om de handspieren te versterken en de bewegingsmogelijkheid te behouden.
- Medicijnen. Paracetamol of NSAID’s (zoals Ibuprofen en Diclofenac) kunnen de pijn verminderen.
- Een injectie met een combinatie van een verdovende vloeistof en een ontstekingsremmer (corticosteroïden) is eventueel een volgende stap. Deze injectie is gericht op de ontstekingsreactie in het gewricht. Meestal heeft dit een tijdelijk effect.
Operatie duimbasis
Operatie duimbasis
Als de behandeling zonder operatie niet voldoende helpt, kan de orthopeed eventueel een operatie voorstellen.
De orthopeed verwijdert het aangetaste botje (trapezium). De ruimte die dan ontstaat kan opgevuld worden met een deel van een pees uit de onderarm. Deze techniek wordt de Suspensieplastiek genoemd. Er zijn verschillende technieken die hiervoor gebruikt kunnen worden.
Uw duim wordt verdoofd met een zenuwblokkade (plexusblokkade) ter hoogte van het sleutelbeen of in de oksel. Dit zorgt ervoor dat u tijdens de operatie, en een aantal uren erna, uw arm niet kunt bewegen en minder tot geen pijn voelt. Deze blokkade is meestal binnen 12 tot 24 uur uitgewerkt.
De operatie is altijd in dagbehandeling.
Nabehandeling
U krijgt eerst gips en daarna een paar weken een spalk. U krijgt begeleiding van een handtherapeut. Houd rekening met een revalidatieperiode van 3 maanden. In deze periode kunt u de geopereerde hand beperkt inzetten voor dagelijkse activiteiten.
Resultaat
Het doel van de operatie is het verminderen van de pijnklachten in de duimbasis. De meeste patiënten hebben na de operatie geen pijnklachten meer in rust. Een deel van de patiënten heeft nog wat pijn bij inspanning. En bij een klein deel heeft de operatie helaas geen effect.
Over het algemeen is er een goede functie van de duim. Vaak is er wel sprake van krachtsverlies.
Operatie PIP-gewricht
Operatie PIP-gewricht
Als de behandeling zonder operatie niet voldoende helpt, kan de orthopeed eventueel een operatie voorstellen.
Er zijn 2 mogelijkheden voor het PIP-gewricht. De orthopeed bepaalt samen met u wat voor u de meest geschikte behandeling is:
- Het PIP-gewricht wordt vastgezet (artrodese) in een functionele stand. Dit is een permanente oplossing.
- Het PIP-gewricht wordt vervangen door een kunstgewricht (prothese). De orthopeed kan kiezen voor verschillende prothesen. De siliconenprothese bestaat uit één stuk en wordt zonder botcement geplaatst. Er zijn ook prothesen die bestaan uit twee delen. Deze vervangen het gewrichtje tussen de twee kootjes. Deze prothese kan met en zonder botcement geplaatst worden.
Bij een prothese is er sprake van behoud van enige functie. Echter, een prothese heeft een bepaalde levensduur. Het kan zijn dat de prothese na verloop van tijd moet worden vervangen.
Uw vinger wordt verdoofd met een zenuwblokkade (plexusblokkade) ter hoogte van het sleutelbeen of in de oksel. Dit zorgt ervoor dat u tijdens de operatie en een aantal maar ook nog een aantal uren na de operatie uw arm niet kunt bewegen en minder tot geen pijn voelt. Deze blokkade is meestal binnen 12 tot 24 uur uitgewerkt.
De operatie is altijd in dagbehandeling.
Nabehandeling
Na een artrodese krijgt u 1 week een drukverband en daarna een spalk. De spalk draagt u ongeveer 6 weken. U krijgt oefeningen om de andere gewrichtjes van de hand soepel te houden.
Na het plaatsen van een prothese krijgt u eerst een paar dagen drukverband en gips. Daarna krijgt u een spalk en ongeveer 12 weken intensieve handtherapie. Na 12 weken kunt u uw hand weer grotendeels gebruiken. Het duurt vaak 6 maanden voordat u de hand weer goed kunt gebruiken.
Resultaat
Het doel van een artrodese is dat de pijn in het aangedane gewricht verdwijnt waardoor de hand weer belastbaar en daarmee inzetbaar is. De bewegingsmogelijkheid is na een artrodese uiteraard beperkt. Maar de vinger kan wel weer volledig belast worden.
Het doel van een pip-prothese is pijnvermindering van het aangedane gewricht en niet functieverbetering. In dit geval wel met behoud van enige functie. De functie van de vinger verschilt van persoon tot persoon. Meestal is de functie na de operatie gelijk aan die van voor de operatie.
Operatie DIP-gewricht
Operatie DIP-gewricht
Als de behandeling zonder operatie niet voldoende helpt, kan de orthopeed u eventueel een operatie voorstellen. Voor het DIP gewricht is het gebruikelijk om dit gewricht vast te zetten in een functionele stand (artrodese).
Uw vinger wordt verdoofd met een zenuwblokkade (plexusblokkade) ter hoogte van het sleutelbeen of in de oksel. Dit zorgt ervoor dat u tijdens, maar ook nog een aantal uren na de operatie uw arm niet kunt bewegen en minder tot geen pijn voelt. Deze blokkade is meestal binnen 12 tot 24 uur uitgewerkt.
De operatie is altijd in dagbehandeling.
Nabehandeling
Na de operatie krijgt u een drukverband voor 24 uur en een draagband (sling) voor de eerste paar dagen. U mag meteen onder begeleiding van de handtherapeut de andere gewrichtjes van de hand oefenen zodat deze soepel blijven. U krijgt 4-6 weken een beschermspalkje. U mag niet teveel kracht zetten op het gewrichtje dat is vastgezet. Het bot moet nog enkele weken aansterken.
Resultaat
U kunt het gewricht niet meer bewegen, maar de pijn is weg en de vinger is weer belastbaar.
Operatie MCP-gewricht
Operatie MCP-gewricht
Als de behandeling zonder operatie niet voldoende helpt, kan de orthopeed u eventueel een operatie voorstellen. Er zijn 2 mogelijkheden voor het MCP-gewricht. De orthopeed bepaalt samen met u wat voor u de meest geschikte behandeling is:
- Het MCP-gewricht wordt vastgezet (artrodese), meest voorkomend is het vastzetten van het MCP-gewricht van de duim.
- Het MCP-gewricht wordt vervangen door een kunstgewricht (prothese). De orthopeed kan kiezen voor verschillende prothesen. De siliconenprothese bestaat uit één stuk en wordt zonder botcement geplaatst. Er zijn ook prothesen die bestaan uit twee delen. Deze vervangen de het gewrichtje tussen de twee kootjes. Deze prothese kan met en zonder botcement geplaatst worden.
Uw vinger of duim wordt verdoofd met een zenuwblokkade (plexusblokkade) ter hoogte van het sleutelbeen of in de oksel. Dit zorgt ervoor dat u tijdens, maar ook nog een aantal uren na de operatie uw vinger of duim niet kunt bewegen en minder tot geen pijn voelt. Deze blokkade is meestal binnen 12 tot 24 uur uitgewerkt.
De operatie is altijd in dagbehandeling.
Resultaat
Het doel van een artrodese is dat de pijn in het aangedane gewricht verdwijnt, waardoor de hand weer belastbaar en daarmee inzetbaar is. De bewegingsmogelijkheid is na een artrodese uiteraard beperkt. Maar u kunt de vinger wel weer volledig belasten.
Het doel van een prothese is pijnvermindering van het aangedane gewricht en niet verbetering van de functie. Er is wel enig behoud van functie. De functie van de vinger verschilt van persoon tot persoon. Meestal is de functie na de operatie gelijk aan die van voor de operatie. Het herstel duurt 3-6 maanden.
Nabehandeling
Na een artrodese krijgt u 1 week een drukverband en daarna een 6-8 weken een spalk. U krijgt oefeningen om de andere gewrichtjes van de hand soepel te houden.
Na het plaatsen van een prothese krijgt u eerst een paar dagen drukverband en gips. Daarna krijgt u een spalk en intensieve handtherapie voor ongeveer 12 weken. Na 12 weken kunt u uw hand weer grotendeels gebruiken. Het duurt vaak 6 maanden voordat u de hand weer goed kunt gebruiken.
Complicaties
Complicaties
Ondanks alle voorzorgsmaatregelen kunnen er toch problemen (complicaties) zijn:
- Een infectie van de wond. Afhankelijk van de ernst krijgt u dan antibiotica. In sommige gevallen is het nodig de wond te spoelen.
- Schade door de operatie aan pezen of zenuwen. Dit gebeurt gelukkig heel zelden.
- De artrodese kan niet vastgroeien. Dit noemen we een non-union. Bij sommige patiënten duurt het wel 6 maanden voordat de botdelen zijn vastgegroeid. Bij rokers zien we dit vaker. Het advies is dan ook om – in elk geval tijdelijk – te stoppen met roken bij een artrodese.
- Er is een kleine kans op het ontwikkelen van dystrofie (CRPS).
Op langere termijn moet u er rekening mee houden dat de prothese kan loslaten of slijten. Dan moet deze vervangen worden.
Contact met arts
Contact met arts
Neem contact op met uw orthopedisch chirurg als:
- Het verband verzadigd is met bloed: het bloed stroomt dan langs het verband.
- U veel pijn heeft die niet goed reageert op de medicijnen.
- U een infectie heeft: koorts, roodheid, pijn en eventueel pus.
- U abnormale zwelling heeft.
- Het gevoel en de beweeglijkheid in uw vingers, arm en schouder na 24 uur nog niet helemaal terug zijn. De plexusblokkade die u kreeg duurt maximaal 24 uur en daarna moet alles weer normaal zijn.