Klompvoet
Een klompvoet is een aangeboren afwijking van de stand van 1 of beide voeten.
Wat is een klompvoet?
Wat is een klompvoet?
Een klompvoet is een combinatie van vier afwijkingen (zie foto’s):
- De voet is naar binnen gedraaid. Dit heet adductie van de voet.
- De voet staat in spitsstand. Dit is tenenstand en heet ook equinus.
- De voet is een holvoet. Dit heet cavus.
- De achtervoet wijst naar binnen. Dit heet varus.
Deze vier afwijkingen samen lijken op de vorm van een golfclub. De Engelse naam is daarom clubfoot. In het Nederlands is dat vertaald als klompvoet. De Latijnse naam is talipes equinovarus.
Oorzaak
Oorzaak
De klompvoet is een aangeboren afwijking. Per jaar worden in Nederland 210-280 kinderen met een klompvoet geboren. Ongeveer de helft van deze kinderen heeft twee klompvoeten. Het komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes.
Het is niet precies bekend waardoor de voet en het onderbeen vergroeien tot een klompvoet. De aanleg en de stand van botten, pezen, spieren en gewrichtsbanden spelen een rol. Erfelijkheid ook.
Geen twee klompvoeten zijn aan elkaar gelijk:
- De afwijking in de stand van de voet kan meer of minder ernstig zijn.
- De ene klompvoet beweegt soepeler dan de andere.
- De voet is meer of minder gedrongen van vorm.
Onderzoek
Onderzoek
Veel (aanstaande) ouders laten bij 20 weken zwangerschap een echo maken. Dan kan blijken dat een kindje 1 of 2 klompvoeten heeft. Meestal volgt een nieuwe echo; een medische echo. Als ook die echo laat zien dat het kindje een klompvoet heeft, komt er een gesprek met de (kinder)orthopedisch chirurg (kinderorthopeed). Hij of zij geeft informatie en beantwoordt vragen. Pas ná de geboorte stelt de kinderorthopeed definitief vast dat het kindje een klompvoet heeft.
Moeders die een kindje met klompvoeten verwachten kunnen – als er geen extra problemen zijn – gewoon kiezen waar zij het liefst bevallen: thuis of in het ziekenhuis.
De kinderorthopeed gebruikt twee zogenoemde classificatiesystemen. Een classificatie (of score) zegt iets over de ernst van de klompvoet. Die informatie heeft de arts nodig voor de behandeling. Om de vooruitgang te meten bijvoorbeeld. En om informatie uit te wisselen met andere behandelaars. De arts kan hiermee ook beter inschatten wat het resultaat van de behandeling zal zijn. Daarmee kan de arts dus aan de ouders vertellen welk resultaat zij kunnen verwachten.
Klompvoet en heupdysplasie
Klompvoet en heupdysplasie
Kinderen met een klompvoet hebben een iets grotere kans op heupdysplasie. Dat is een aandoening waarbij het heupgewricht niet goed ontwikkeld is.
Met een echo is te zien of een kind heupdysplasie heeft. Het maken van een echo is niet schadelijk voor het kind. Het advies is om op de leeftijd van 3 maanden een echo van de heup te maken bij kinderen met een klompvoet. Meer informatie over heupdysplasie.
Behandelcentra in Nederland
Behandelcentra in Nederland
Gespecialiseerde kinderorthopeden behandelen kinderen met klompvoeten. Zij doen dat samen met gipsverbandmeesters. Zo’n team heet een klompvoetbehandelteam. De NOV toetst de centra voor klompvoetbehandeling. Een lijst met deze centra vindt u op de website van de NOV.
Behandeling
Behandeling
De kinderorthopeed start het liefst met de behandeling binnen 48 uur na de geboorte. Lukt dat niet, dan bij voorkeur binnen één week na de geboorte. Liever niet later starten, maar het kan nog wel zonder dat het direct negatieve gevolgen heeft.
De behandeling van een klompvoet gaat volgens de Ponseti-methode. Vernoemd naar de Spaanse arts die deze methode ontwikkelde: Ignacio Ponseti (1914-2009). De Ponseti-behandeling bestaat uit corrigeren van de voet met gipsverband
Correctie met gips
De kinderorthopeed verandert de stand van de voet steeds een heel klein beetje. Als uw kindje twee klompvoeten heeft, worden ze tegelijkertijd behandeld. Een gipsverband vanaf de teen tot aan de lies zorgt ervoor dat botten, spieren, pezen en banden in de nieuwe stand komen.
Het gipsverband is gemaakt van wit kalkgips, niet van kunststof. Elke 4 tot 7 dagen krijgt uw kind nieuw gipsverband. De stand van het onderbeen en de voet worden daarmee steeds iets beter. Meestal zijn 5 of 6 van deze gipscorrecties voldoende, soms zijn er meer nodig.
Het laatste gipsverband blijft 3 weken om het been. Voordat dit verband is aangebracht, maakt de kinderorthopeed onder plaatselijke verdoving een sneetje in de achillespees. Dat is de pees aan de achterkant van de hiel. Deze pees verbindt de kuitspieren met de hiel.
De achillespees is bij de klompvoet te kort en niet voldoende rekbaar. Hierdoor houdt de pees de standsverandering van de voet tegen.
Als de arts de achillespees doorsnijdt, krijgt de voet ruimte om in de juiste stand te groeien (minimaal 90 graden). De achillespees herstelt in de weken dat het been is gegipst en past zich aan de nieuwe situatie aan. Achter op de hiel van uw kind blijft een klein streepje als litteken zichtbaar.
Na dit laatste gipsverband krijgt uw kind een voet-abductie-brace die de voeten in de juiste stand houdt. Beide voeten zitten met schoentjes vast op een beugel. Ook als uw kind maar één klompvoet heeft. De eerste 3 maanden draagt uw kind deze brace dag en nacht. Daarna alleen nog tijdens het slapen ‘s nachts en overdag (ongeveer 14 uur van de 24 uur). Deze brace draagt uw kind tot de vierde verjaardag. Omdat uw kind groeit, krijgt het regelmatig nieuwe brace-schoentjes. Deze bestelt het ziekenhuis.
Na de vierde verjaardag is de behandeling klaar. De kinderorthopeed maakt afspraken met u voor nacontroles. Deze controles zijn elk jaar totdat uw kind is uitgegroeid. Meestal is dat bij 17 of 18 jaar. Als u vragen heeft of merkt dat er iets verandert, kunt u daarmee naar de kinderorthopeed.
Operatie
Een operatie is bijna nooit nodig, ook niet bij een ernstige klompvoet. Bij een ernstige klompvoet moet u er wel rekening mee houden dat de behandeling misschien langer duurt. Er is dan ook een grotere kans op (gedeeltelijke) terugval. Het is heel belangrijk dat uw kind tot het vierde jaar de voet-abductie brace blijft gebruiken.
Rol van de ouders
Rol van de ouders
De veranderingen in de stand van de voet en het onderbeen hebben tijd nodig. De botten, spieren, pezen en gewrichtsbanden moeten zich steeds aanpassen aan de nieuwe stand. Eerst zorgt het gipsverband daarvoor, later de brace. U helpt dit proces door de brace consequent te gebruiken; de eerste 3 maanden dag en nacht, daarna alleen ’s nachts (14 van de 24 uur). Het is belangrijk dat u de brace nauwkeurig aantrekt bij uw kind. Ook is het erg belangrijk dat de brace precies past. Merkt u dat de brace kapot is, dat uw kind blaartjes op de huid krijgt, dat de brace ergens knelt of juist te ruim zit etc, neem dan contact op met de kinderorthopeed.
Een aantal praktische zaken:
- Het been wordt ingegipst met een gebogen knie. Luiers verschonen kan gewoon.
- Net aangebracht gips is nat. Het droogt onder andere door de lichaamswarmte van uw kind. Daardoor kan uw kind het koud krijgen.
- Het gips mag niet nat worden, want dan wordt het zacht. Uw kind kan daardoor thuis niet in bad. Op de gipswisseldagen kunt u uw kind in het ziekenhuis badderen. Het klompvoetbehandelteam zorgt dat er een kinderbadje is.
- Na het gipsen kunt u uw kind rustig voeden. Het klompvoetbehandelteam zorgt dat daar ruimte voor is.
- Door het gipsverband zijn eventueel grotere sokken nodig om de ingegipste voeten warm te houden.
- Ook wijde broeken in een grotere maat maken het aankleden en warmhouden makkelijker.
- Door het gipsverband is uw kind zwaarder. U kunt de hoogte van de commode en het kinderbedje zo aanpassen dat u zo min mogelijk hoeft te bukken. Zo ontziet u uw rug.
- Een kind met de benen in het gips past meestal gewoon in een kinderwagen en in een autostoeltje.
Resultaat
Resultaat
Na de behandeling kan meer dan 90% van de kinderen:
- Hun voet(en) plat op de grond zetten.
- Hun voet(en) volledig en pijnloos belasten.
- Gewone schoenen dragen.
- Overal aan meedoen.
De behandeling heeft bij een normaal verloop niet of nauwelijks nadelige gevolgen voor de lichamelijke ontwikkeling van uw kind. Hij of zij leert bewegen, lopen en spelen als ieder ander kind. Daarom heeft uw kind geen fysiotherapie nodig.
Heeft u twijfels, of heeft uw kind pijn of andere klachten? Neem dan contact op met de kinderorthopeed.