Artrose voet en enkel
Artrose is slijtage van het kraakbeen. Kraakbeen verandert van dikte en samenstelling als we ouder worden. Dat is normaal, maar bij artrose is er méér slijtage van het kraakbeen. Het gladde oppervlak wordt dun, brokkelig, of het kraakbeen verdwijnt helemaal. Het lichaam kan dit niet meer repareren.
Voet en enkel
Voet en enkel
In de voet en enkel zitten 28 botten en meer dan 30 gewrichten. Artrose in een of meer van die gewrichten, heeft invloed op de balans en de manier van lopen.
Artrose van de voet en enkel komt het meest voor in de volgende gewrichten (zie afbeelding):
- De enkel; op de plek waar het scheenbeen op het bovenste bot van de voet (het sprongbeen) rust. Dit gewricht heet ook wel: het bovenste spronggewricht.
- De drie gewrichten van de achtervoet:
1. het gewricht waar de onderkant van het sprongbeen rust op het hielbeen, het onderste spronggewricht.
2. op de plek waar het sprongbeen is verbonden met het binnenste voetwortelbeentje.
3. op de plek waar het hielbeen is verbonden met het buitenste voetwortelbeentje. - De middenvoet; waar de middenvoetbeentjes zijn verbonden met de kleinere voetwortelbeentjes.
- De grote teen; waar het eerste middenvoetbeentje is verbonden met het eerste kootje van de teen.
Oorzaak
Oorzaak
Er zijn drie oorzaken van artrose (zie rechter plaatje):
- De kraakbeenlaag van het gewricht slijt door onbekende oorzaak. Hierdoor wordt de laag kraakbeen op het botuiteinde dunner. Uiteindelijk komt het bot (gedeeltelijk) bloot te liggen. Dit type artrose komt het meest voor bij mensen van middelbare leeftijd of ouder.
- Een ontstekingsreactie van het gewricht kan het kraakbeen aantasten, bijvoorbeeld bij gewrichtsreuma (reumatoïde artritis). Ook hierdoor wordt de kraakbeenlaag op het botuiteinde dunner, of de laag verdwijnt helemaal. Dit kan op iedere leeftijd voorkomen.
- Als gevolg van een andere aandoening. Bijvoorbeeld: een botbreuk, of instabiliteit van een gewricht. Het kraakbeen kan rechtstreeks beschadigen, of extra snel slijten door een andere manier van bewegen.
Artrose die optreedt na een botbreuk of ongeval noemen we posttraumatische artrose. Dit kan ook vele jaren na het ongeval nog optreden.
Klachten
Klachten
Mensen met artrose van de voet en enkel klagen over:
- Pijn bij (het opstarten van) bewegen (startpijn)
- Pijn in rust
- Pijn bij het belasten
- Dikke voet en enkel
- Problemen met bewegen en bewegingsbeperking
Onderzoek
Onderzoek
Als u en uw huisarts het nodig vinden, maakt u een afspraak bij de orthopedisch chirurg. Deze stelt u allerlei vragen en onderzoekt u. De volgende onderwerpen kunnen aan bod komen:
- Wanneer is de pijn begonnen? Is de pijn ’s nachts erger? Wordt de pijn erger of misschien juist minder als u loopt of rent? Is de pijn constant, of komt en gaat deze?
- Heeft u wel eens een blessure gehad aan uw voet of enkel? Wat voor blessure? Wanneer was dit? Hoe is deze behandeld?
- Heeft u pijn in een of beide voeten? Waar zit de pijn?
- Wat voor soort schoenen draagt u?
- Gebruikt u medicijnen?
Misschien wil de orthopedisch chirurg zien hoe u loopt. Dat is om te zien hoe de botten van uw benen en voeten ten opzichte van elkaar bewegen, hoe groot uw passen zijn en om de kracht van uw enkel en voet te testen. Soms is naast een röntgenfoto nog ander onderzoek nodig.
Behandeling zonder operatie
Behandeling zonder operatie
Afhankelijk van het type, de plaats en de ernst van de artrose, zijn verschillende behandelingen mogelijk:
- Pijnstillers en ontstekingremmende medicijnen (NSAID’s) om de zwelling te verminderen.
- Afvallen om de belasting op uw gewrichten te verminderen.
- Een beweegprogramma om uw spieren sterk te maken en de beweeglijkheid van uw voet en enkel zo goed mogelijk te houden. Vaak is dat bij een fysiotherapeut.
- Een kussentje of een boogje als voetondersteuning in de schoen (een harde of een zachte steunzool).
- Op maat gemaakte schoenen, bijvoorbeeld met een harde zool die de afwikkeling van uw voet vergemakkelijkt.
- Een enkel-voetorthese; een spalk die steun geeft en het mogelijk maakt uw voet en enkel zo goed mogelijk te gebruiken.
- Een stok om makkelijker te lopen.
- Een injectie met corticosteroïden in het gewricht – een medicijn dat de ontstekingen remt.
Niet van alle middelen is het effect bij artrose bewezen. Uw arts kan u hier meer over vertellen.
Operatie
Operatie
Als de behandeling zonder operatie niet voldoende helpt, kunt u misschien geopereerd worden. Het soort operatie hangt af van de plaats van de artrose, de ernst van de artrose en hoeveel last u ervan heeft. Soms is meer dan één operatie nodig.
Het doel van de operatie is om de pijn te verminderen. Hierdoor kunt u gemakkelijker bewegen.
De meest voorkomende operaties bij voet- en enkelartrose zijn:
- Schoonmaken van het gewricht met een zogenoemde kijkoperatie (artroscopie). In een vroeg stadium van artrose kan dit helpen. De orthopedisch chirurg brengt een kijkbuisje in het gewricht. Hierin zit een kleine lens, een miniatuurcamera en een lichtje. De beelden van het gewricht komen daarmee op een TV-scherm. De orthopedisch chirurg kan zo in het gewricht kijken en op zoek gaan naar de oorzaak van de problemen. Met kleine schaartjes, boortjes en slijptolletjes verwijdert de hij of zij het afwijkende kraakbeen en eventuele uitsteeksels in en om het gewricht.
Soms kan de orthopeed proberen het kraakbeen te repareren. Dat kan alleen bij gedeeltelijke kraakbeenschade (osteochondrale laesie), die niet al te groot is. De arts boort hiervoor kleine gaatjes in het kraakbeen en het onderliggende bot (micro-fracturing). Het lichaam maakt dan een soort litteken kraakbeen. Dit is niet zo goed als het originele kraakbeen, maar beter dan een gat in het kraakbeen. - Vastzetten van een gewricht: artrodese. Deze operatie heft de functie van het gewricht op. De botten worden aan elkaar vastgemaakt. Pinnen, platen, schroeven of een staafje houden de botten bij elkaar totdat ze aan elkaar gegroeid zijn. Soms is daarbij een bottransplantatie nodig. De orthopedisch chirurg zal dan waarschijnlijk een stukje van uw eigen bot gebruiken. Meestal uit uw onderbeen of bekken.
Over het algemeen is deze operatie succesvol. Hoewel het gewricht niet meer normaal te gebruiken is, vermindert de pijn behoorlijk of verdwijnt helemaal. Hierdoor neemt uw belastbaarheid toe.
- Een prothese (kunstgewricht) plaatsen. Of u daarvoor in aanmerking komt, hangt van veel factoren af.
– Heel soms adviseert de orthopedisch chirurg om het enkel-gewricht te vervangen door een kunstgewricht (een enkelprothese).
De enkelprothese wordt nog steeds verder ontwikkeld en de resultaten zijn steeds beter. Een gewrichtsprothese kan echter ook loslaten of niet goed functioneren, waardoor er nog een operatie nodig kan zijn.
In Nederland worden er een kleine 200 enkel prothesen per jaar geplaatst tegenover 29.000 knie en heup prothesen.
– Grote teen prothesen zijn over het algemeen minder succesvol. Er blijft vaak een bewegingsbeperking en soms ook pijnklachten.
Informatie over uw prothese
Welke prothese heeft of krijgt u? Wat weten we over de kwaliteit en veiligheid. Waar vindt u meer informatie over uw prothese?