Osteoporose (botontkalking)
Osteoporose heet ook wel botontkalking. Het is een aandoening waarbij de afbraak van bot sneller gaat dan de aanmaak. Er verdwijnt kalk uit de botten en de structuur van de botten verandert. De botten worden brozer en breken gemakkelijker.
Klachten bij osteoporose
Klachten bij osteoporose
Als u osteoporose heeft, loopt u meer kans een bot te breken; bijvoorbeeld door een val. Hoe brozer de botten, hoe groter die kans. Het kan zelfs zijn dat de botten min of meer spontaan breken. Een ruggenwervel kan bijvoorbeeld breken bij het tillen van een tas met boodschappen.
Bij wie?
Bij wie?
De meeste mensen met osteoporose zijn vrouwen van vijftig jaar en ouder. De hormoonveranderingen versnellen bij hen de afbraak van bot. Maar ook mannen en jongeren kunnen osteoporose hebben. Bijvoorbeeld als bijwerking van een ziekte of een medicijn, zoals prednison.
In Nederland zijn zo’n 800.000 mensen met osteoporose. En zo’n 80% van hen weet dit niet!
Oorzaak osteoporose
Oorzaak osteoporose
Osteoporose ontstaat doordat de balans van botaanmaak en botafbraak doorslaat naar botafbraak. De afbraak van bot is dus groter dan de aanmaak.
Tijdens de groei, worden onze botten langer en dikker. Als we groeien, maken we meer bot aan dan we afbreken. Die aanmaak neemt nog verder toe als we veel bewegen. Wie veel beweegt (als kind en als volwassene) heeft én houdt stevigere botten. Onze botten zijn het stevigst rond ons dertigste jaar. Vanaf die leeftijd wint de botafbraak het langzaam van de botaanmaak.
Na de overgang gaat bij veel vrouwen de botafbraak sneller. Dat komt door hormoonveranderingen. Ook andere factoren kunnen de botaanmaak vertragen en/of de botafbraak versnellen:
- roken
- ondergewicht
- meer dan 2 glazen alcohol per dag
- weinig calcium in de voeding
- onvoldoende vitamine D
- weinig bewegen
- medische oorzaak; een aandoening waardoor het lichaam geen of te weinig kalk opneemt uit de voeding bijvoorbeeld.
- het gebruik van bepaalde medicijnen
Bij mensen van 50 jaar en ouder die een bot breken en bij ouderen met een gebroken heup, moet je alert zijn op osteoporose.
Gevolgen
Gevolgen
Osteoporose zelf geeft geen klachten, maar het vergroot wel de kans op een botbreuk. En dat is altijd vervelend. Als u ouder bent is een breuk nog vervelender, want het herstel gaat langzamer. Het maakt dat iemand minder kan bewegen en dat geeft veel problemen. Gebroken wervels kunnen bijvoorbeeld veel rugpijn geven. Het kan er ook voor zorgen dat iemand krommer of kleiner wordt. En een gebroken heup leidt op hogere leeftijd vaak tot een lange periode van klachten en ongemak.
Als osteoporose onbehandeld blijft, ontstaan botbreuken steeds sneller. Het voorkómen van osteoporose en botbreuken is daarom belangrijk. U kunt er zelf veel aan doen!
Onderzoek
Onderzoek
Meestal blijkt pas dat iemand osteoporose heeft als hij of zij een bot breekt.
Bent u boven de 50 jaar en breekt u een bot, dan gaat de orthopedisch chirurg met een botdichtheidsmeting (Dexa-scan) na of u osteoporose heeft. Hij of zij kijkt ook of u gebroken wervels heeft. Misschien volgt er ook een bloedonderzoek en een inschatting van het risico op vallen.
Behandeling
Behandeling
Volgens de richtlijn krijgt u bij osteoporose – naast leefstijladvies en eventueel calcium en vitamine D supplementen – anti-osteoporosemiddelen (bisfosfonaten). Deze medicijnen remmen het proces van botafbraak. U moet dit minimaal vijf jaar gebruiken en dan is de kans op een nieuwe botbreuk met de helft gedaald.
Als u medicijnen gebruikt, blijft u onder controle van een arts. Deze heeft aandacht voor leefstijladviezen, bijwerkingen van de medicijnen en voor het gebruik van de medicijnen. Dit laatste heet ook wel therapietrouw. Aan het einde van de behandeling, of als u weer een bot breekt, herhaalt de arts het onderzoek.
In plaats van bisfosfonaten kan de arts besluiten om u andere medicijnen te geven. Denosumab of teriparatide bijvoorbeeld.
Vallen voorkomen
Vallen voorkomen
Heeft u osteoporose, dan is het verstandig om de kans op vallen te verkleinen. Bekijk uw huis en tuin eens goed. Zijn er misschien matjes, vloerkleden, losse spullen of gladde oppervlakken waardoor u kunt vallen? Heeft u problemen met lopen, vraag dan advies over schoenen en eventuele hulpmiddelen zoals een wandelstok.
Ook gezondheidsproblemen spelen een belangrijke rol. Minder goed kunnen zien, een verminderd evenwicht, hartritmestoornissen en het gebruik van bepaalde medicijnen vergroten de kans op vallen en dus op een botbreuk. Uw arts zal hier op letten en dit met u bespreken.
Het is mogelijk om de balans en kracht te trainen om vallen te voorkomen. Ook kunt u ‘goed’ leren vallen. Informeer hiernaar bij uw huisarts of fysiotherapeut.
Preventief onderzoek
Preventief onderzoek
Iedereen van 50 jaar en ouder die iets breekt, krijgt een meting van de botdichtheid. Zo kan een behandeling starten om het risico op nieuwe botbreuken te verminderen. Ook bij een verhoogd risico op botbreuken kan de arts besluiten om de botdichtheid te meten.
Verschil met artrose
Verschil met artrose
Veel mensen denken dat artrose hetzelfde is als osteoporose. Misschien komt dat doordat de namen een beetje op elkaar lijken (-ose). Of doordat het allebei vooral voorkomt bij oudere mensen. Maar de aandoeningen verschillen écht van elkaar. Osteoporose heeft te maken met de stevigheid van de botten, en artrose is slijtage in de gewrichten. Ook over artrose staat informatie op deze website.